VOC2 VOW - PXL EDUCATION
  VOW : Moeilijke gezinssituaties
  • Home
  • Onderzoeksvragen
  • Onderzoeksplan
  • Verslagen
    • Sessie 1
    • Sessie 2
    • Sessie 3
    • Sessie 4
    • Sessie 5
    • Sessie 6
    • Sessie 7
    • Sessie 8
    • Sessie 9
  • Conclusie
    • 0. Inleiding
    • 1. Wat zijn moeilijke gezinssituaties? >
      • 1.1. Wat is een gezin?
      • 1.2. Anders dan anders
      • 1.3. Gezin : een schroefje los
      • 1.4. Soorten gezinsvormen
      • 1.5. Concrete voorbeelden
      • 1.6. Conclusie
    • 2. Meest voorkomende gedragingen
    • 3. Hulp binnen de secundaire school >
      • 3.1. School - en gezinsvormen
      • 3.2. Gezinsbeleid : voordelen?
      • 3.3. Waar ligt de grens?
      • 3.4. Concrete voorbeelden van hulp binnen de secundaire school
    • 4. Welke externe organisaties kunnen verdere hulp verlenen? >
      • 4.1. Het CLB
      • 4.2. De Druglijn
      • 4.3. De CAD
      • 4.4. PoZiLiV
      • 4.5. Kinderrechten
      • 4.6. Vertrouwenscentrum Kindermishandeling
      • 4.7. Kind en Gezin
      • 4.8. Trefpunt Armoede
      • 4.9. RIMO Limburg
      • 4.10. Welzijnsschakels
      • 4.11. Hulp Na Verkrachting
      • 4.12. 1712 (de hulplijn)
    • Bronnenlijst
  • Workshop
    • Materialen
    • Uitwerking
  • Contact

1.4. Soorten gezinsvormen


In dit deel worden enkele van de meest voorkomende gezinsvormen opgesomd en uitgelegd. De meeste gezinsvormen kunnen kort omschreven worden, anderen vereisen meer uitleg. Let wel : omdat er zoveel diverse mogelijkheden zijn tot gezinsvorming, is dit maar een korte samenvatting van de meest voorkomende vormen waarmee secundaire scholen al mee in aanraking zijn gekomen.

1.4.1. Kerngezin/traditioneel gezin

Foto
Een volwassen man en vrouw leven samen en hebben kinderen met elkaar.
Ze zijn de biologische ouders van de kinderen.

1.4.2. nieuw samengesteld gezin

Foto
Beide ouders brengen kinderen mee in een nieuwe relatie. Soms hebben ze ook samen nog kinderen. De niet-biologische ouder van de kinderen in het gezin wordt vaak plusouder genoemd in plaats van stiefouder

1.4.3. Éénoudergezin

Foto
Een volwassene met kinderen van wie hij of zij de biologische ouder is.

1.4.4. homo - of lesbogezin

Foto
Twee mannen of twee vrouwen die samenleven en kinderen hebben, uit een vorige heterorelatie, geadopteerd of als pleeggezin. Een van de twee kan ook de biologische vader of moeder zijn via draagmoederschap of zaaddonatie.

1.4.5. Pleeggezin

Foto
Eén of twee volwassenen zorgen voor meerdere kinderen. Ze zijn niet de biologische, maar wel de sociale ouders.
De biologische ouders blijven zoveel mogelijk betrokken en hebben inspraak bij belangrijke beslissingen.
Pleegzorg is in principe tijdelijk. Vanaf het moment dat de volwassene(n) beslissen om het kind te adopteren kunnen we spreken van een adoptiegezin.

1.4.6. Adoptiegezin

Foto
Eén of twee volwassenen hebben kinderen waarvan ze niet de biologische ouders zijn. Ze zijn sociale en juridische ouders.
Bij een adoptie wordt het kind wettelijk het eigen kind van één of twee volwassenen. Het kind neemt dan de achternaam aan van de adoptieouders.

1.4.7. co - ouderschap na scheiding

Foto
Gezagsco-ouderschap betekent dat gescheiden ouders het ouderlijk gezag over de kinderen delen. Ze staan dan beiden in voor de opvoeding van hun kind. Gezagsco- ouderschap komt voor bij kinderen die op twee adressen wonen, dus afwisselend bij één van beide ouders (bilocatie of verblijfsco- ouderschap).

Maar ook als het kind op één adres woont bij de ene ouder en bij de andere ouder op bezoek gaat, kan er sprake zijn van gezagsco-ouderschap. Eventuele nieuwe partners (plusouders) hebben juridisch geen ouderlijk gezag, maar oefenen wel ouderlijke taken uit.

1.4.8. Generatiegezin

Foto
Ouders en kinderen leven in een groter familieverband met grootouders, tantes, ooms, enz.


Naast de boven vernoemde gezinsvormen bestaan er ook nog enkele gezinsvormen die minder vaak voorkomen. Hierdoor kan er minder uitleg over worden gegeven.

1.4.9. Mee - oudergezin

Eén of twee volwassenen met een gezin zorgen, naast de ouders, mee voor de kinderen en zijn nauw betrokken bij de opvoeding.
Het verschil met een pleeggezin is dat de biologische ouders bij een meer - ouder gezin meer aanwezig zijn in het leven van het kind/de kinderen.

1.4.10. Tienergezin

Een minderjarige deelt de opvoeding van zijn of haar kind met een volwassene, meestal met de eigen ouder(s).

1.4.11. Woongroep

Een grotere groep volwassenen leeft samen, eventueel met kinderen (bv. een commune).

1.4.12. Begeleid wonen - kindertehuis

Kinderen leven in een gezinsvervangende constructie, vaak met wisselende verzorgers of begeleiders.

1.4.13. latgezin

Twee volwassenen leven niet samen, maar hebben wel een relatie én kinderen met elkaar.
Foto
Powered by Create your own unique website with customizable templates.